E. du Perron
aan
J. Greshoff

Bellevue, 1 december 1932

Bellevue, Donderdag 1 December.

Beste Jan,

Ik ben ziek van dat gedonder. Vanmorgen kwam je brief, dien ik met het grootste plezier en met lachstuipen gelezen, en Bep voorgelezen, heb. Je hebt in alles gelijk, en Schilt is een beste vent. Hij is niet karakterloos, hij houdt van me en hij is wat macchiavellistisch aangelegd, en De Lange is een rothond. Ik meen het betoel-betoel: hij is niet karakterloos.

Ik heb gisternacht - dus nog vóór je brief kwam - over alles liggen prakkezeeren, vooral omdat ik 's morgens een erg aardige brief gekregen had van Pannekoek. Ik had P. al afgeschreven; maar nu bedacht ik dat ik het misschien toch niet zóó bête hoefde te maken, en dat ik die fl.1200. noodig had, enz. (Mijn verstand zegt me dat ze werkelijk makkelijk genoeg verdiend zijn!) Ik stond uit bed op en schreef Pannekoek den brief die hierbij gaat; vastbesloten om hem vandaag naar de post te brengen en morgen den brief voor de krant te verzenden.

Ik wou daarvoor vandaag naar Parijs en dien brief elders dan hier, aan mijn eigen schrijftafel, schrijven. (Histoire de s'illusionner un peu.) - Vanmorgen, toen ik opstond, was ik nog net zoo vastbesloten. Toen kwam je brief. Ik geef je in alles gelijk, er is geen speld te steken in je redeneering. Maar ik voel opeens weer duidelijk dat ik het niet kàn: welke de graad van bête-heid ook zij, ik zou er mijn heele verdere bestaan mee vergiftigen. Als ik mij een Multatuli voelde, zou ik ook woedend worden en zeggen: en ik verdòm het ook, ik ben voor wat beters bestemd! Maar ik voel mij geen Multatuli en heb dus dat recht niet, en denk aan de fl.1200 - per jaar die ik weggooi als ik het niet doe. Ik denk ook aan dien muur van gewapend beton tusschen literatuur en journalistiek, dien je zoo mooi voor me geteekend heb. Kàn ik die optrekken? kàn ik mij plooien? Dat is de vraag. Dit werk is voor mij niet makkelijk, zegt mijn gevoel, omdat het me ziek maakt, omdat het voor mijn stomme gevoel tòch te veel lijkt op het werk waarin ik mij bevestig. Houd jezelf voor, als je van een vrouw houdt, dat het héél iets anders is en betrekkelijk gemakkelijk om 2× per week met een oude Jodin te keezen, die je daarvoor 1200 gldn. per jaar geeft. Daarvoor onderhoud je dan nog beter de vrouw van wie je houdt... o neen, de vergelijking gaat niet op, maar soit. Het is ondoenlijk, althans voor mij. Ik vraag me af of het heele probleem niet wordt: hoè kan een mensch zich plooien, die zichzelf toch heusch niet te erg au sérieux noemt - die bêteweg reageert op zijn eigen gevoel? Jij kan het dan toch maar, houd ik mij voor. Maar ik zei je al: ik bewonder je voor wat je naast dit werk nog allemaal kan en overhoudt. Ik zou het ook ‘te pakken’ krijgen? Niet dan ten koste van heel veel; tenminste, dat zegt stomweg mijn gevoel. Ik redeneer er niet meer tegenop.

Ik doe het niet. Je mag Pannekoek mijn brief opsturen en hem de zaak uitleggen, want hij is werkelijk erg aardig in dit alles geweest. De fout ligt geheel aan mij. De dingen die mij drie dagen geleden rot leken: inspannende artikelen schrijven, nooit meer voor mijn eigen plezier lezen, uit iedere lectuur munt te moeten slaan, alles is mij vandaag heilig geworden (na al dit gedenk) vergeleken bij dat correspondentschap. Ik kàn niet voor imbecil spelen, zonder het te worden; ik breng je 10× hulde dat je dat wel kan. Misschien komt dat ook gewoon omdat je jong begonnen bent.

Ik zal nu probeeren om fl.1200 per jaar=fl.100. per maand, te verdienen met andere schrijverij. Gisteren schreef ik het eerste detective-verhaal-stuk af: 14 blzn. ms., ik denk 10 à 12 blzn. Gr. Nederland. Dat is dus binnen de limite. Hierna nog één, even lang, over Holmes. Daarna iets anders. Ik ben vandaag begonnen aan een vertaling van Larbaud's Hautes et Basses Classes en Italie, dat ik Serena Bruchi wil noemen, omdat de ‘hautes classes’ in dit fragment absoluut ontbreken. Het zal een blz. of 35 zijn in een tijdschrift, misschien krijg ik die vertaling ook wel ergens geplaatst. Ik ga morgen naar de Nationale,2448 om op andere ideetjes te komen. Ik stuur je hierbij vast een stukje v/h artikel; de rest morgen of vanavond. Je

Ed.

P.S. - Veel dank voor alle aandacht die je aan deze ‘crisis’ van mij wijdt; het spijt me zelf ook, veel meer dan ik je zeggen kan, dat ik blijkbaar nog zoo artistiekerig ben aangelegd. Het most niet maggen - amen.

2448Bibliothèque Nationale te Parijs.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie