E. du Perron
aan
H. Marsman
Spa, 2 augustus 1932
Spa, Dinsdag.
Beste Henny,
Eergisteren ontving ik je kaart, gisterenmiddag zonden wij je een andere2280, met ‘juffrouw Polen’ erop; de dame heet Soawa van d'r voornaam en is journaliste; zij werd wschl. door de kameraden gekozen (in Parijs), wat je noemt ‘par la bande’ en zij was verreweg de leelijkste van het concours. (Op de photo zou je dat nog niet direct zeggen.) Miss Holland was close second; die hebben we aan Vic gezonden, met dit rijmpje:
Menno en Wim ter Braak zijn vanmorgen weer van hier weggegaan; je postchèque komt dus te laat. Menno blijft nu voorloopig in Eibergen.
Döblin las ik en vond ik onuitstaanbaar. Dos Passos keek ik in; lijkt me sympathieker, maar... En waarom zou ik mij ‘afsluiten’ voor deze heeren, ik lust ze gewoon niet. Moet men dan alles kunnen apprecieeren? Bovendien: het komt er ook niet op aan.
In mijn stuk voor Jan. schreef ik al over de Ned. romans van jongeren, en ook over Dekker-Helman.2281 Nu nog over de poëzie - van Forum en andere! (Antwoord op Jacques.) Maar er zit een gaping in, omdat ik natuurlijk ook nog wat zeggen moet over wat er nog verschijnen zal in deze winter.
Spa lijkt niets op Scheveningen, en heeft een heusch nogal aardig, hier en daar ouderwetsch, romantisch karakter. Dat had je niet gedacht, hè?
Waar gaan jullie nu heen? Dit zal wel de laatste brief zijn, die je in Utrecht krijgt. Stuur gauw een prentkaart terug. Hartelijke groeten, ook van Bep en aan Rien, de hand van je
E.
Je stuk zond ik naar Bouws terug; dat moet je dus van hem krijgen. Menno was ‘slap vóór’ - maar eig. alleen omdat je hem ‘beleedigde’!