E. du Perron
aan
J. Greshoff

Voorburg, 3 februari 1932

Voorburg, Woensdag.

Beste Jan,

Hier is mijn adres: 27 Laan van Oostenburg, Voorburg-Den Haag. Ik vond er, dank zij Bep de Roos, een behoorlijke kamer, bijna 2 × zoo groot als in Utrecht, met even goed pension en behoorlijke verwarming, alles voor fl.72.50 (d.i. een rijksdaalder meer dan in Utrecht).* En ik ben van hieruit in 10 minuten in het centrum van Den Haag (per tram) en in 3 minuten bij haar, die jij het ‘wereldwonder’ noemt (te voet).

Ingesloten het geschrift van Fred Batten2071 terug. Het boeket - waarmee ik je feliciteer - is de uitspraak dat jouw ‘een andere ernst’ is dan mij! Dat had je misschien zelf niet gedacht?

Ik reisde zeer aangenaam met een Zweedsche dame, en ontfutselde haar in alle onwetendheid een vulpen. Ik weet niet wie zij is of waar zij woont, en een advertentie is zoo vrééselijk romantisch, dus...

Wil je Hellens zeggen dat ik geen tijd had hem op te bellen, en hem, en ook Sander, mijn adres geven? Ook Jan v.N., graag. En, via Hellens, Méral.

Schrijf eens gauw. Ik hoop hier te werken en een tijdje rustig te kunnen zijn. Hart. groeten, ook aan Aty en Nini, van je

Ed.

*In de maand - (overbodige toelichting).
2071Brief van Batten, waarin de poëzie van Greshoff boven die van DP werd gesteld.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie