E. du Perron
aan
W.A. Kramers

Gistoux, 7 juli 1931

Beste Wynand,

Ik heb een artikel over Trotsky1889 gevraagd aan mijn vriend Paul Méral, die het wschl. veel beter zal doen dan ik; eventueel schrijf ik er zelf nog wat bij. Het artikel is wordende. Als je het 8 dezer niet hebt, dan voor het volgende nr.* Ik kom gewoonweg niet tot werken: familiegedonder en warmte.

Goed, je krijgt Savinkov en het stuk over Marsman en andere essayisten. In principe ben ik geenszins van plan uit de rangen van je medewerkers te deserteeren. Die V.Bl.-reorganisatie is overigens een dreinerige historie!

De kloothark Coster beweert dat hij nooit eenige ‘zending’ van mij onder de oogen had. Ik ben er vrijwel zeker van dat hij liegt; tenzij zijn vrouw misschien uit liefde die enveloppe verstak. In ieder geval zal ik even hierover antwoorden aan Het Vaderland (al is de zaak eigenlijk àl te bête).

Hart. gr. van je

E

Gistoux, Dinsdag.

1889Herman de Guchtenaere, ‘Bij de mémoires van Trotzki’. In DGW 30 (1931) 357 (september), p. 184-186.
*O jee, ik merk dat dat al niet meer kan!
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie