E. du Perron
aan
C. van Wessem

Brussel, 22 april 1931

Brussel, Woensdag.

Beste Constant,

Een Voorbereiding. Dat het tweeslachtige blijft bestaan is zeer wel mogelijk (omdat de ‘belichting’ tweeslachtig blijft?) Maar in de 1e lezing was het toch beroerder, omdat de ‘ik’ over zichzelf vertelde als over een ander van jaren geleden, terwijl hij het gebeuren z.g. net beleefd had. Het was n.l. in dagboekvorm. Deze ‘tweeslachtigheid’ dan maar! Alles is nu ook korter.

Wat je zegt over ‘biecht’ en ‘roman’; accoord.

Invloed van Wilde alweer best mogelijk; dat was toen wel mijn préféré, Stendhal daarentegen kende ik nog heelemaal niet. Dat de Bohème Belgisch zou zijn is allerzonderlingst1734: 1o. heb ik nooit veel met Belgen, zelfs Belgische bohèmes verkeerd, 2o was ik 5 maanden na aankomst in Europa in Montmartre, 3o. hebben alle ‘artisten’ in Een V. beschreven een model, en is er maar één Belg bij (de z.g. Stuber, waar niet meer dan enkele regels aan worden gewijd). Dus, dat moet dan een onverwachte coïncidentie zijn. Overigens ben je met Greshoff en Van Vriesland de eenige die het fragment van De Onzekeren beter vindt; de anderen hebben allemaal het air mij te verwijten dat Een V. eigenlijk meer ‘geslaagd’ is en zoo. Peu importe d'ailleurs.

*

Nu je Fantasiestukken. Een objectief oordeel is voor mij onmogelijk, tenzij al vergelijkende. Deze stukken zijn zeker beter dan die van Otten,1735 zooals ik je schreef, maar op zichzelf beschouwd toch ‘mager’ - wel knap en gevoelig, maar zonder (sterke) menschelijke achtergrond. Als alles was als Chimaeren en Maitland zou ik zelfs subjectief veel ervoor voelen. Maar ik ben een slecht beoordeelaar in dit geval, omdat het zoo geroemde Gaspard de la Nuit b.v. mij altijd niet alleen nooit iets heeft gedaan, maar vermoeit en verveelt (ik moet er al lezend te veel ‘bij’ doen). Le Spleen de Paris daarentegen vind ik bij momenten wèl pakkend. Maar jouw stukken staan dichter bij het eerste, en zijn zelfs minder ‘visueel’.

Je hebt je zoo gehaast met me de enveloppe terug te zenden, dat je er niets aan hebt gedaan. Je schrijft me zelfs niet of je de volgorde goed vindt. Je hebt geen inleiding geschreven (is dat voor later?) en Manon en Faust eruit gehouden. Laat je je niet al te uitsluitend beheerschen door je vendetta tegen Stols? In ieder geval speel ik er ook nog een rolletje in, als het over mij gaat, en look here:

Ik wil je copy met genoegen een heelen tijd in mijn laadjes sluiten, als jij dat prettiger vindt, maar ik zal er met Stols eerst over spreken als er een nieuwe serie genre Luchtkasteelen op touw wordt gezet. Anders doet hij het zeker niet. Hij heeft ook zijn ‘ponteneur’, en ik vind dergelijke ‘ponteneurs’ kwesties, zoowel bij jou als bij hem - maar ik zou haast zeggen: jou neem ik zooiets eigenlijk méér kwalijk - lichtelijk irriteerend. Ik ben ook niet erg geverseerd in diplomatieke rollen, maar dit is zeker: als er iets bereikt moet worden, is het met, tact. Mijn bemoeienis geldt 10% voor de stukken, 90% voor jou.

Geef me nog even je laatste instructies, ook over inleiding, Faust en Manon, en dan laten we een heelen tijd deze fantasiestukken in mijn laadje sluimeren.

Met beste groeten, je

E

P.S. Ik ben vanaf 25 dezer in Gistoux.

1734Wat Van Wessem m.b.t. Een voorbereiding aan DP geschreven heeft, kan enigszins worden afgeleid uit 840.
1735Verloren vaderland
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie