E. du Perron
aan
H. Mayer

Brussel, 30 januari 1931

Brussel, Vrijdag.

Beste Henri,

Vooruit, zend me dan maar het nr. Leiding voor fl.2.50. Ik ben benieuwd te zien hoe diè boekenwurm par excellence zich tegenover Slau verhoudt en volgens welke methode hij zijn eigen inferioriteit ditmaal zal vaststellen.1499 Nog een die zijn eigen huidje verdedigt!

Géén Johannes Viator dan maar! vooral niet voor fl.7.50! Ik krijg het van den een of ander nog wel te leen; het wordt tòch een desilluzie.

Voor Louijs kan ik direct 140 fb. krijgen, maar ook niet meer. Ik zou het n.l. alleen aan een boekhandelaar kunnen verkoopen, niet aan een ‘klant’. Maar in Holland moèt een klant er fl.15 voor geven (prix d’édition, èn het is uitverkocht).

Ik ben grieperig en schrijf uit bed.

Hartelijke groeten van je

Eddy

1 uur later.

Neen, zend me dat nr. van Leiding toch maar NIET. Ik zou gek zijn om fl.2.50 uit te geven, voor het 1e deel van een stuk dat misschien wel 100 blzn. groot wordt! En bovendien, ik zou immers tòch overtuigd worden. De toon van Van Eyck maakt hem onweerstaanbaar; of je wilt of niet, hij drenst je in slaap. Die man spreekt in stroomen zand.

1499P.N. van Eyck, ‘J. Slauerhoff’, in Leiding 2 (februari 1930); en 3 (maart 1931).
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie