E. du Perron
aan
W.A. Kramers

Gistoux, 12 september 1930

Gistoux, Vrijdag.

Beste Wynand,

Dank voor de Godenschemering (toch een zéér dunne bestelling, die navertelde revolutie zonder één ook maar eenigszins origineel perspectief! ik geef het fraais maar weer door...) en natuurlijk voor de meening des Uilderts.1240 Wat is dàt machteloos-brommerigstompzinnig. Kassian! Jan heeft gelijk: het is bepaald de eerlijkste stommerik die Nederland, zelfs onder zijn recensenten, bezit en vertoonen kan. Daar is Borel een geestig hekelaar bij, een blauwe beul, een Chineesch philosoof...

Jan was wèl zeer geladen over Donker's stukje. Ik - neen, blijf gelaten. Het is geen superieurigheid, het is een zuiver besef van de onafwendbare ‘orde der dingen’. Een algemeen bejubeld auteur word ik nooit. - Het grappige is dat ik vanmorgen opeens een briefkaart van ‘den Donker’ kreeg, met opgaaf van zijn nieuwe adres. Je ziet, de superieurigheid is over de geheele linie aan hèm. Ik reageer n.l. niet.

Zend je me nog een revisie van dat artikel van me1241? Graag, en dank vooruit. - Nu, nieuws is er niet, dus maar weer tot nader.

Je E.

1240M. Uyldert over Parlando in het bijvoegsel van het AH van 6 september 1930.
1241‘Carnaval en Aschwoensdag. Een levensbeschouwing van onzen tijd’, DP's bespreking van Het Carnaval der burgers voor DGW (Vw 2, p. 212-217).
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie