E. du Perron
aan
P. van Ostaijen

Brussel, 10 januari 1928

Brussel, 10 Jan. '28.

Beste van Ostaijen,

Dank voor je brief en de teruggezonden cahier-bladen. Neen, we zullen ze toch maar niet in Avontuur publiceren. Mijn voornaamste reden gaf ik al op, en overigens zou ik het bepaald beroerd vinden als door mijn toedoen alleen, onze abonné's hoofdzakelik uit ‘vrijdenkers’ zouden moeten bestaan. - Wat je zegt over het klare zeggen en het lege ouwehoeren is feitelik wel het voornaamste. Daarin dus staan wij tegenover Rousseau en naast Stendhal. C'est quelque chose! - Jezus was niet vervelend omdat hij iets te zeggen had; hij ging recht op de man af vanuit ‘de volheid des gemoeds’ en zijn tijdgenoten stelden hem tegenover de hogepriesters in de eerste plaats om zijn boeiende persoonlikheid. (Hij leerde als een ‘machthebbende’ enz.) De kerkelike schrijvers daarentegen, als ze ons niet treffen door een zekere naïveteit, die bovendien dikwels meer uit de tijd dan specifiek uit de vroomheid stamt, zijn hol-versierend. Al dat z.g. lyrisme naar en over God verbergt hun leegheid en gebrek aan originaliteit. Saint-Augustin zelfheeft pagina's geschreven oneindig bêter dan die van Gaboriau; beter vermomd, of verkapt onder de stijl, maar bêter: herinner je maar eens de manier waarop hij ons duidelik zal maken waarom een heel klein kind reeds blijken geeft van de erfzonde. Het is inaan en om van te spugen. - Er is volstrekt geen reden waarom iemand ons niet evenzeer met vroomheid zou ontroeren als met iets anders - daar zijn bijv. prachtige passage's bij Silvio Pellico - maar meestal is de vrome lyriek niet anders dan de zware en onverkwikkelike randversiering van vrijwel lege bladzijden. - Dit zou ik ook weer in mijn ‘cahier’ kunnen zetten.

Iemand die ingespannen aan God zou denken, zou enige blzn. moeten verkrijgen van het gehalte van het boek Job. Maar het euvel is dat de meesten van uit hun traditioneel geloofje uit er maar wat op los lullen. En als zodanig is Moens het type van de nietszeggende ouwehoer. Want zelfs zonder speciaal geestige of ‘originele’ invallen, dus trouw blijvend in de melk-en-suiker-toon, kan men méér bereiken: getuige Tagore. Trouwens, naast zijn produkten, zijn er twee bewijzen voor 's mans grondige inintelligentie: 10 zijn portret; 20 het grote sukses dat hij vrijwel onmiddellik heeft bereikt.

Ik heb mij hartelik geamuseerd met je kritiek over Le Crime d'Orcival. Over de zeer juiste dingen die je aanstipt heb ik waarachtig nooit gedacht. Maar ik heb wschl. meer detektive-romans gelezen dan jij: het maakt je op bepaalde punten immuun, net als het vele gaan naar de Amerikaanse film. Trouwens, jijzelf schrijft niets over het eigenlike drama: Hector - Berthe - Sauvresy (als ik mij de namen goed herinner). Dàt gegeven, beter behandeld, zou niet geheel misplaatst zijn geweest bij Balzac of Stendhal: (bij de eerste toch minder dan bij de twede). Maar je voornaamste grief is misschien: ‘het is slecht geschreven’. Dat is het natuurlik in hoge mate. En toch, het is heel dikwels boeiend verteld. - Ik durf je nu Paul de Koek ook niet meer zenden: al geldt hij als zeer bizondere zieke-lektuur. Je bent te weerbarstig en mist de gave je op een onschuldige aangename manier te willen laten verneuken!...

Wat Creixams' uitlating betreft, kijk jij achter de schermen. Dat mag niet! Jij bent nu juist de enige persoon die bij mijn aanhaling net moet doen of hij nooit van die Creixams gehoord heeft! Tussen haakjes: hij schijnt op het ogenblik weer in de grootste misère te zitten; ik hoorde het toevalligerwijs van de heer Pulings - je weet wel, de dichter-schrijver Pulings,281 een groot man met snorren.

Ik stuur je gelijk hiermee weer 10 cirkulaires, mèt kaarten. Zeg mij ook of ik bij de van hieruit te verzenden cirkulaire's (aan de bladen) een kaart moet doen, en of ieder blad één of twee exx. krijgt.

Heb ik goed gelezen: Cuylitsstraat (voor de Boekengids)? Je schrijft soms bijna in een soort spijkerschrift. Voor Volksblad enz. is het de Alfred......? straat.

Ik zal je de drukproeven zenden, als brief, zodra ik ze ontvang.

Tot nader! Met ferme poot als steeds je

EdP.

P.S. Ik heb voor Blijstra 3 exx. IJ.V te verzenden aan Belgiese bladen. Welke raad je me aan?

281Dubbel onderstreept. Gaston Pulings woonde in Brussel. Hij was een vriend van de Spaanse schilder Pedro Creixams, met wie DP al enkele jaren bevriend was.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie