E. du Perron
aan
A.C. Willink

Gistoux, 5 oktober 1927

De ballade der polderlandsche onrustige kapoenen
 
Gedicht bij het verschijnen van Nijgh en Van Ditmar's boekje: Wat de Pers zegt van De Zondaar door Alie Smeding.
 
Mejuffrouw Smeding heeft het boek gebaard
 
Dat Polderland een noodkreet zou ontlokken.
 
Elk kunstman heeft zich erop blind gestaard
 
Om er zijn klein artikel uit te fokken.
 
Borel zelfs voelt zijn rein gemoed bezwaard,
 
Hij keek nooit verder dan Kwan-Yin haar rokken,
 
Een oude viespeuk kwijlt licht in zijn baard,
 
Maar hij's geschoren, en hij luidt de klokken:
 
‘Blijv' Polderland voor zùlke taal bewaard!’
 
De - v Rozewater zijn fameus geschrokken.
 
 
De stok in 't hoenderhok geeft steeds misbaar,
 
De knorkapoenen wagglen rond hun hokken.
 
Hopman en Lapidoth zeggen: ‘'t Is waar
 
Misschien, maar 't kan de menschen schokken.
 
Een onbekende mag zo schrijven, maar
 
Mejuffrouw Smeding kan veel koopers lokken...’
 
Sade, Restif, Cleland! waakt over haar!
 
Hoedt u voor de oude bokken die gaan mokken:
 
Polderland's leestrommels zijn ingevaar!
 
De - v Rozewater zijn fameus geschrokken.
 
 
't Verhaaltje is minder sterk toch als gewaagd,
 
Een goede maag kan heel wat sterkers slokken.
 
Een leeraar, door zijn vrouw, in bed, geplaagd,
 
Krijgt bijgevolg pleizier in dienstbre sokken.
 
Het komt méér voor, en Meester Ritter vraagt,
 
Vol weemoed: ‘Hoe ver zijn wij?...’ Zonder jokken:
 
Het is niet ver. Polderland blijft wel maagd.
 
De Zondaar is wat boersch en wat betrokken,
 
Louijs, zegt Nijhoff, heeft hem meer behaagd.
 
De - v Rozewater slechts zijn zéér geschrokken.
Envoi
 
O Goddlijke Aretino! daal op aard
 
Een oogwenk om van schateren te stokken,
 
En trek dan elk Kapoen wat aan zijn staart:
 
Die - v Rozewater zoo fameus geschrokken!
 
E. du Perron

B.W. - Je briefje en Conrad's bibliographic208 zijn vanmorgen in mijn bezit gekomen; 's middags was daar ook het boekje over De Zondaar. Het heeft mij de bovenstaande ballade ontlokt, die ik aan Greshoff heb gezonden met verzoek ze ergens te plaatsen. Gaat dat niet, dan wordt-i op losse velletjes gedrukt en naar de redactiebureau's gezonden. Tot nader!

Je EdP.

N.B. Let niet te veel op het papier. De romancier heeft ditmaal al het gewone papier gebruikt, en deze vellen zijn hem door de Nicht van wijlen Van Gogh (Vincent)209 geschonken. Plasschaert210 is ook een L.I. Amen.

208Misschien bedoelde DP ‘biographie’: in dat geval zou hij van W ontvangen kunnen hebben G. Jean-Aubry, Joseph Conrad. Life and Letters (1927, 2 dln).
209Marie van Gogh, een vriendin van mevrouw Du Perron die tijdelijk op Gistoux verbleef.
210Albert Plasschaert, o.m. criticus beeldende kunst van De groene.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie