4267 (2856a). Aan L. Guilloux: Parijs, 9 maart 1936

Parijs, donderdag.

Beste vriend,

De heer Schoup is, schijnt het, een Belg die een oorlogsboek heeft

[p. 295]
geschreven, en die, behalve dat, een grote onbekende is in de Nederlandse literatuur. Ik weet niet van welk maandblad hij redacteur zou kunnen zijn en Greshoff weet het ook niet. (Ik kan eens informeren.) Maar wat erger is, hij is degene die het Journal d'un Homme de 40 Ans vertaald heeft, en dat niet alleen heel matig, maar ook van begin tot eind in de verkeerde toon. Ik meen dat ik het er al eens met je over heb gehad.

Dus: wat wil je? Dat het ‘literaire publiek’ je door hem zou gaan lezen is een goede grap. Dat publiek leestje immers al, en wel in het Frans. - De heer Schoup kan zeker een ander publiek bereiken, dat wat er volstrekt lak aan heeft of een vertaling goed of slecht is. Hij doet erg zijn best, en al is de Steenuil een vierderangs uitgeverij, het is beter wel te worden uitgegeven dan niet.

Als je echt een goede vertaling wilt, moetje, (als je kunt) de heer Schoup verbieden aan je boek te komen. - Als je dat van weinig belang vindt, omdat het ‘literaire publiek’ je toch in het Frans leest, en je via de vertaling van de heer Schoup bijvoorbeeld net zo goed het Hollandse proletariaat kunt bereiken, - nu, waarom dan niet?

Dit gezegd zijnde, ik ben nogal bitter gestemd dat ik je zo weinig heb gezien, niet wegens Greshoff, maar om mijzelf persoonlijk. Maar ik heb mezelf voorgehouden dat Parijs waarachtig Saint-Brieuc niet is. Je had wel ons telefoonnummer...

Greshoff laatje zeer hartelijk groeten - hij is ronduit tegen deze Schoup, omdat, naar hij zegt, hij de vertaling van Guéhenno zorgvuldig met het origineel heeft vergeleken, - Bep en ik groeten je, met inbegrip van Renée en Yvonne. Ik wil niet eindigen zonder te veronderstellen dat Le Roselier dan wel niets van zijn betovering heeft verloren, maar de vriendschap wel iets van haar glans. Dat zal dan wel de ‘maalstroom van het Parijse leven’ zijn, om met andere successchrijvers te spreken.

Geheel de jouwe,

EduP.

Bep, die Alain zijn papje voert, dicteert me: ‘Renée, zeer bedankt voor je bericht en voor het witte broekje, waarin Alain gekonterfeit wordt’. - Dat schijnt alles te zijn. O nee, er komt nog iets:

‘Parry, en niet Germaine, heeft het negatief van die vergroting’.

Dat lijkt me ook 100% Rouletabille. Goed, ik trek me terug.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie