2630. Aan A.A.M. Stols: Parijs, 29 juli 1935

Parijs, 29 Juli '35.

Beste Sander,

Gelijk hiermee zend ik aangeteekend het laatste pak proeven en het heele MS. van Fermina.

Verder een vervelend gevalletje: ik had Larbaud een klein lijstje gestuurd van onzekere plaatsen, met verzoek mij spoedig te antwoorden,851 omdat jij me de eerste proeven al had gezonden. Inplaats

[p. 414]

van dat lijstje krijg ik vanmorgen een aangeteekende brief van hem, met bijgaand briefje van de N.R.F. Beide brieven sluit ik hier in.

Ik meen dat in Holland boeken, die 10 jaar geleden verschenen, vrij zijn; maar tegenover Larbaud kan je je wschl. niet daarop beroepen? Hoe het zij, ik schrijf hem gelijk hiermee dat ik de brieven aan jou heb doorgezonden; het beste is dat je deze zaak toch spoedig in orde maakt852 - ook met het oog op dat lijstje!

De ‘indiscretie’ zal ook wel van mij zijn, want, aangezien je mij niets gezegd hebt, heb ik aan Malraux en aan Chevasson gezegd dat ik dit boek voor je vertaalde. Ik kon niet vermoeden dat je die zaak nog niet geregeld had; maar ik veronderstel dat je dat ook nu nog wel gedaan krijgt zonder veel moeite.

Met beste groeten, je

E.

Graag de revisie ineens.

851Zie 2624 n 2.
852Zie 2631, 2634, 2646 en 2650.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie