[p. 983]

Gamma

 
Wit als zwanendons, ijle ijzelwind,
 
Als schuim van de zee, als een gletscher-val.
 
Blauw de kou van het interstellair heelal,
 
Getemperd staal, Oceaangolven-tint,
 
 
 
Een aswenteling die op sterven zint.
 
Geel als vruchten en bloemen in bladerhal,
 
Als ringen van wespen, als solfer, als gal,
 
Denkbeeldige grens waar waanzin begint.
 
 
 
Rood: rijpe kersen, vloeiend bloed,
 
Handeling, prikkeling, roofdiermuil,
 
Zon achter mist, en vlammengloed.
 
Zwarte rattenpest, rouw, en smartgehuil,
 
Aasvliegen op lijken, der mijnen schacht,
 
En de schuwe schaduwen van de nacht.

P. Verhoog