[p. 127]

La véritable Manola

 
Zij blonk tussen haar blauwe haren
 
als een topaas uit diep fluweel;
 
een muziek van boze gitaren
 
scheen uit haar wezen op te varen
 
maar geen lach klonk ooit uit haar keel:
 
zij blonk. (Te goed voor een rondeel.)
 
Elke man wilde haar ervaren,
 
elke vrouw keek van weerzin scheel,
 
en haar glimlachje vol gevaren
 
was waarom boven dit Te-veel
 
zij blonk.
[p. 128]