E. du Perron
aan
F.E.A. Batten

Tjitjoeroeg, 30 juli 1937

Tjitjoeroeg, 30 Juli 1937.

Beste Freddy,

Dank voor je lange missive en Kraspoekol, dat heden aankwam. Ik ben confuus bij de gedachte dat je lieve moeder dat allemaal heeft zitten overtikken. Maar erg blij bèn ik ermee, want ik zit tot over de ooren verdiept in Dirk v. Hogendorp - misschien de eenige werkelijke voorganger van Multatuli, en verder ook een zeer boeiende figuur - en kan dus alles gebruiken. Als ik ermee klaar ben, denk ik het typsel aan te bieden aan de Bibl. v/h Bat. Genootschap, waar het verder nuttig kan zijn. Nu moet je me iets beloven. 1o dat je je moeder heel hartelijk van me zult bedanken; 2o dat je van haar te weten komt welk boek ze graag zou willen hebben. Ga dan nr Henri Mayer (aan wien ik met gewone post geschreven heb4774) en neem dat boek voor haar, voor mijn rekening. Zoek iets moois uit, niet een prulletje voor de goedkoopte. En geef het haar dan namens mij, maar laat het een kleine verassing blijven.

Mijn briefkaart kreeg je zeker. Heb je die kunnen ontcijferen? De kwestie is dat ik opeens hier nog een Nederlandsch Jaerboek vond, van 1762, waarin de Deductiën van O.Z. v. Haren en tegenstanders voor een groot deel waren overgenomen. Dus kon Rudie zich moeite besparen. Ik hoop dat de kaart nog op tijd gekomen is. - Maar nu nòg een boodschap. In de Geschiedenis van Nederland door Bilderdijk vertelt deze een paar ‘pantagruelieke horreurs’ over den hertog van Brunswijk, voogd van stadh. Willem V.4775 Kan je die voor mij opzoeken en ze overschrijven, als het niet veel tijd neemt; anders trouw resumeeren? Dit is van belang voor me en heeft eenige haast; al de rest kan wachten.

Ik word door Querido beknibbeld om 6 blzn. die ik aan mijn Multatuli toe wil voegen. Heb hem nu geschreven4776 mij de proeven niet ‘opgemaakt’ te zenden, zoodat het zetsel niet hoeft te verloopen; en dat hij de revisie (wèl opgemaakt) dan naar jou moet zenden. Kunnen jij en Rudie die dan doornemen? Maar let op mijn rare spelling: kollewijnsch met een paar h's minder nog: iese en niet ische, lik en niet lijk, patos, biblioteek, zonder h's. Dat merk je wel, als je ervoor zit. Als je geen tijd mocht hebben, kan je dan een ander vinden?

Ik weet niet wat voor ‘roman’ je bedoelt, die vóór mijn vertrek ‘zoowat klaar’ zou zijn nog wel! Man, je hebt luchtige ideeën over zoo'n roman! Ik zal een soortement kroniek schrijven, waarvan ik Rudie en jou een paar afgeronde stukken verteld heb, en het geheel mag dan voor mijn part roman gedoopt worden, om de domheid te flatteeren. Maar, hoewel de notities ervoor zich steeds meer opstapelen en eraan gewerkt wordt (Brunswijk en Dirk v. Hogend. zijn hiervoor, O.Z. v. Haren ook!), het zal nog wel jaren duren voor ik ermee klaar ben.4777 Daarbij komt dat ik - als alles niet weer eens tegenloopt - vanaf Januari '38 ‘daggelder’ zal zijn op het Landsarchief te Batavia, op een miniem traktement om te beginnen: zooiets als f 165 's maands (voor Holland is dat veel, geloof ik, in den tegenwoordigen tijd). Batavia is duur en warm, en de arme ‘mevrouw de Roos’ kan nog absoluut niet tegen het klimaat. Zoodat dit alles niets zekers heeft, ondanks een optimistisch kleurtje. Wij kunnen nog jaren in Indië blijven, wij kunnen ook opeens naar Europa terug, als de oorlogsaardigheden het ons nog veroorloven.

De lezing over Stendhal verliep ... zoozoo. Precies zooals verwacht kon worden. Men heeft mij van alle kanten verzocht te lezen, over nederl. moderne letteren. Ik heb het verdomd, en pour cause. Niet alleen omdat lezen op zichzelf mij grenzelooze afschuw inboezemt, maar omdat ik weet dat dit niets dan urenlang misverstand oplevert. Er is een Mr. C. Binnerts die het heel goed doet, voor Indië, en die 10 × meer fatsoenlijk man is - in onzen zin - dan Ritter bv.

Ik moet Rudie en jou hartelijk gelukwenschen, denk ik, met jullie geslaagde examen-prestaties. Rudie is meer in de mode dan jij.* Maar 't can verkeeren, al vrees ik dat het dan nog in de beroerde richting zal zijn.

Ik zag niemand, noch Edy, noch Paul B.4779 Misschien komt het er later, onverwachts, nog eens van? Hier in Tjitjoeroeg leven we in de eenzaamheid, en de paar keeren dat ik naar Batavia ga, is het altijd met een heel boodschappenlijstje. Na Jan. '38 kan dit alles grondig veranderen.

Die foto van Edy met mij, gemaakt door Ben Ik Tjiang te Bandoeng in '18 of '19 (kort voor Edy's vertrek naar Breda)4780 herinner ik me heel goed, moet ik zelf nog hebben. Maar ik kom er niet toe mijn foto's in orde te brengen. Verder heb ik ontzettend moeten lachen over de door jou beschreven scène met Wim van Reyen.4781 Neen, geschreven heeft hij mij toch nog niet; maar wat een curieus idee van je dat wij nu samen over je zouden gaan roddelen, per brief nog wel! Enfin... Dat je hem razend gemaakt zult hebben, zie ik van hier. Maar dit neemt niet weg dat hij anders had kunnen optreden. Hoe dan ook, ik zie met plezier uit je brief dat je de duPerron-stijl wat hebt afgeschaft, die irriteerendste van alle stijlen. Herinner je je nog, eigenlijk, dat je mij in 't begin vreeselijk kapittelde omdat ik zoo schreef? Jij zelf schreef toen à la Couperus, met overal trema's en z voor s, wat ook flauwekul was, maar toch meer met je wezen overeenkwam dan de latere perronnerie. Je bent beter irrizeerend dan irriteerend, begrijp je?

Adriaan, Rudie en jij samen, ja, dat moet een aardig trio van begaafde jongelieden opleveren. Java, Suriname en Schiedam,4782 wat al mogelijkhedens van uitwisseling! En natuurlijk alle 3 ferm over 't paard getild, vanwege het vroege publiceeren (Rudie, de kalmste, weet dat het best te verbergen.) Maar dat hoort zoo, als je niet eischt dat iedereen je geeft wat je toekomt voor je belofte van toekomstige prestaties ('t lijkt goddôme wel Bolland!), dan ben je misschien nix. Als je nu maar weet dat je alles nog moet doen, om je eischen niet ridicuul te maken. Ik, die bij jullie vergeleken, al zooiets walgelijks ben als een ‘homme arrivé’ - maar in Holland blijfje altijd verdomde Louis als schrijver - denk ook voortdurend aan wat ik zal moeten doen, om mijn pretensies een beetje goed te maken. Blaf me dus in je wederwoord niet aan dat ik er nix van begrijp, en dat jullie heusch al zulke groote mannen zijn, want ik zou je, met je drieën bij elkaar, lekker niet gelooven. Dat Arthur van Schendel jullie alle drie gevraagd heeft, is ongelooflijk aardig van Arthur. Maar hij is niet alleen de Grootmeester als schrijver, hij is inderdaad een van de grootste menschen die Holland rijk is. En Annie is een schat, zooals je wel zult merken, als je dat nog niet deed. Dit zijn ‘geëtablisseerde waarden’.

Naar de romans van Gans en Cola4783 kijk ik uit, en vooral naar den eerste, vanwege mijnheer Duwaer, en ook omdat Cola meer bewijzen heeft gegeven van wat hij kan. Deze Cola is een alleraardigst iemand, levendig als 10 Hollanders bij elkaar; waarom zoeken Rudie en jij hem niet op? Kan je me het prospectus van Gans' roman niet sturen? bij wie komt dat boek uit? wat zijn dat voor ‘aandeelen’ die ervoor worden uitgegeven? Het boek van Ter Braak4784 bewonder ook ik zeer - maar ... hij en ik verstaan elkaar steeds minder in onze verhouding tot de Maatschappij; en verder stel ik er niet de minste prijs op om tot de niet-ressentimentsvollen te behooren, waar hij aan 't eind een élite - al is 't dan een toekomst-élite - van wil maken, na in 't begin zoo intelligent te hebben betoogd dat hij niet zoo naïef meer was om nog aan élites te gelooven. Ik, dom, naïef en verouderd mensch, heb schijt aan alle maatschappij-erkenners en voel dat er één élite bestaat, mijn vrienden. De rest is voor mij intellectueel ganzeborden. Maar 't heele tweede deel over de christenen is uitstekend, en misschien het sterkste wat T.B. ooit heeft geschreven.

Nu ben ik wel aan 't eind van mijn antwoorderij, en veel van hier te vertellen heb ik niet. Of wel, maar niet per brief; het zou tè veel worden. Een paar dingen weet je nu weer. Tot December zitten we hoogstwschl. hier; mocht je broer dus nog vóór dien tijd hierlangs komen... of zit hij nu al in Europa? Laat Adriaan me schrijven - ik wacht inderdaad nog steeds op den brief dien hij in zijn briefkaart aankondigde - en ook Rudie, of stuur me ansichten uit Sestri. Veel plezier, veel succes met schrijven en leeren. Doe ook eens mijn hartelijke groeten aan P.N. van Eyck, zeg dat ze hartelijk zijn ofschoon ik hem maar eens zag. Ik heb de herinnering behouden aan iets heel zuivers, iets - maar dat moet je er niet bij zeggen - zéér superieurs aan zijn syntaxis. Geloof me met alle vriendschappelijkheid steeds je

EdP.

P.S. - Courier dit Dubekart ken ik; het was een zéér merkwaardig iemand, 10 × interessanter dan dat karakterlooze stukje van Verwey zou doen vermoeden.4785 Zijn Feiten zijn heel slecht geschreven, en toch ongemeen pakkend. Maar wat een wonderlijk iets, dat je Ver-wey moet zijn om zoo'n lulstukkie aan een dergelijke persoonlijkheid te wijden! Het lijkt op een haastige handeling pour acquit de conscience, en daar de jongste klerk er niet was, heeft mijnheer zelf het toen maar even gedaan. Mijnheer, niets dan een letterkundige zijnde, had nl. last van een zekere knaging van 't geweten dat zulke Dubekarts voorbijgingen, aangeblaft door de Huets van de officieele kranten, doodgepest en toch zóó gauw vergeten. Gevolg: 3 pagina's proza op een goedkoopje en een willekeurig citaat - nog goedkooper - samen 6 pagina's. En geabsolveerd knoeide hij weer wat voort aan de Poëzije...

Wil je verder moeite doen voor een herdruk v. Siman de Javaan, waarvan Querido je een door mij herzien ex. zal zenden + uittreksels uit literatuur en geschiedenis over D.D. Ik ben bereid het boek in te leiden. Bij De Haan misschien? Servire? Pegasus? Steenuil? Informeer eens, ik van hier kan niets doen. Alweer dank.

4774Brief niet teruggevonden.
4775W. Bilderdijk, Geschiedenis des vaderlands XII. Uitgeg. door H.W. Tydeman. Amsterdam 1839, p. 29-33; in deze passage wordt beschreven hoe hertog Lodewijk Ernst van Brunswijk Wolfenbüttel Prins Willem V naar zijn hand zet.
4776Brief niet teruggevonden.
4777Van de romanreeks ‘De onzekeren’ heeft DP alleen Schandaal in Holland voltooid. Zie ook H. Verhaar, ‘De onzekeren’. In Tirade 17 (1973) 184/185 (februari/maart), p. 153-159.
*Met de bijvakken.4778
4778Van Lier deed op 5 februari 1937 zijn kandidaatsexamen met als bijvakken culturele anthropologie en sociologie. Batten legde zijn kandidaatsexamen Nederlandse taal- en letterkunde af op 30 juli 1937. Zijn bijvakken waren geschiedenis en kunstgeschiedenis.
4779Paul Beynon, die voor het vertrek in 1921 naar Europa naast de familie DP woonde, was in 1937 controleur van het Binnenlands Bestuur.
4780Zie E. du Perron. Den Haag 1969. Schrijversprentenboek 13, p. 8, afbeelding 19.
4781W. van Reijen (geb. 1899) was een speelkameraad van DP uit Meester Cornelis, o.a. bij de D'Artagnan-spelen (zie Het land van herkomst, p. 229-230; Vw 3, p. 252). Hij werd later K.N.I.L.-officier en was ondermeer civiel en militair gezaghebber in Midden-Borneo. Zijn eerste vrouw was een nicht van Fred Batten.
4782Waar respectievelijk Batten en Van Lier waren geboren en Van der Veen zijn jeugd had doorgebracht.
4783J. Gans, Tegen den stroom, dat als een autobiografische ‘essay-roman’ werd aangekondigd en waarin DP als Duwaer zou optreden, is nooit verschenen, hoewel Gans aan toekomstige lezers aandelen verkocht à f 10, - per stuk. C. Debrot, Bewolkt bestaan (Amsterdam 1948), waarvan ‘Op Guadaloupe’ in GN was verschenen; het eerste hoofdstuk ‘In Parijs’ werd in De stem 18 (1938) 10 (oktober), p. 1010-1023 gepubliceerd.
4784Van oude en nieuwe christenen. Rotterdam 1936.
4785‘Een jongere tijdgenoot van Multatuli’. In de rubriek ‘Letterkundige aanteekeningen’. In De beweging 15 (1919) 4 (april), p. 233-237.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie