E. du Perron
aan
E.F.E. Douwes Dekker

Denpasar (Bali), 14 mei 1937

Beste DD.,4629

Den Pasar, 14 Mei 1937.

Ik zou je een hoop te vertellen hebben over mijn bevindingen tot dusver op Java, en zelfs al op Bali, maar dat zou te lang worden. Daarover dus mondeling, als we elkaar weer zien. Ik vraag mij nu af: hoe krijg ik dit alles voor een krant geformuleerd?

Maar nu die Multatuli-affaire. Daar de laatste besprekingen met jou zijn gevoerd wend ik mij tot jou, met verzoek Guido in te lichten.

Ziehier dan: 1o de foto van die 2 kleine portretten van Multatuli die, voor zoover ik weet, nooit werden gepubliceerd. Hij moet hier reeds vrij oud zijn, te oordeelen naar een ander portret (1880, meen ik, dus 60 jaar) waarvan de kop sprekend lijkt op het meest rechtsche van deze twee. Ik zou graag de foto terug hebben, maar natuurlijk kan Guido er een foto van (laten) maken, als hij dat zou willen. In ieder geval heb ik beloofd hem de foto's te laten zien zoodra ik ze kreeg. Ik heb ze poste restante op deze reis gevonden.

2o Een brief van Ter Braak die het door Guido opgeworpen probleem over dat dokument oplost.4630 Het is dus hetzelfde, en de woorden ‘ik bedoel vooral niet’ (minder) staan dus op de foto in dat boekje van Meulenhoff (Havelaar), als je goed kijkt. Dit was al een veronderstelling van mij, maar daar ik het ex. niet meer had, - ik heb het boek, zooals je weet, aan Guido gegeven, - kon ik het niet zelf meer erop nazien. Geef den brief van T.Br. dus aan G., en zeg hem dat hij die mag houden voor de collectie, als ‘bewijs’.

Verder zend ik jou - of Guido - 3 artikelen over Multatuli. Dat van J. de Kadt, communist maar anti-Stalin,4631 is sympathiek voor zoover het Mult. betreft, zijn oordeel daarover zou ik 100% onderschrijven. Maar verder vervalt hij in een geborneerde blaaskakerij wat zijn oordeel over de nederl. literatuur en den ‘invloed op de cultuur’ betreft. Invloed op de cultuur hebben noch Gorter noch Roland Holst (hij bedoelt natuurlijk Henriette, terwijl Adriaan een véél grooter dichter is!) gehad; invloed op de schare hebben Adama van Scheltema en zelfs Speenhoff oneindig meer gehad (maar hier laat hij opeens een aesthetische maatstaf gelden); wat tenslotte de kwaliteit betreft, is een beperken van de nederl. literatuur tot deze 2 figuren eenvoudig idioot. Maar dat heb je met zulke lieden. Ook de Dageraads-naäpertjes van Mult. waren allesbehalve sympathieke geesten.

Kloos, nu 77 jaar en absoluut een caricatuur, over Mult. en Mimi4632 moet je bepaald lezen. Het is allervermakelijkst, ook qua stijl! Grooter verval is in geen enkele literatuur te vinden, geloof ik; deze brave Kloos is al 40 jaar lang een soort schrijvend lijk. - Dit stuk zou ik wel terug willen hebben, al was 't maar voor kort.

Otten is quelconque. Braaf, goed bedoeld. Binnenkort komt het stuk van Ter Braak, dat ik je ook zenden zal.4633

In principe mag Guido dit alles houden (Kloos is uit de Nieuwe Gids), als ik maar even dat eene stuk nog terughebben mag.

Het stuit mij tegen de borst dat die historie met G. zoo raar verloopen is. Mocht de zaak nog steeds ‘hangende’ zijn, zeg hem dan dat ik het stuk uit het Mult. museum nu zeker publiceer. (Redenen gaf ik je al op.) Het is beter het stuk compleet te geven dan incompleet!

Schrijf mij naar Tjitjoeroeg, tegen den 25en, want ik kom misschien niet meer op Bandoeng. Hartelijke groeten onder ons 4,

je EdP.

4629Ernest François Eugène Douwes Dekker (1880-1950), DD in de omgang, broer van Guido Douwes Dekker, kleinzoon van Multatuli's broer Jan, was planter, chemisch laborant, journalist, schrijver, onderwijzer en politicus. Hij ging in 1899 naar Zuid-Afrika om aan de kant van de Boeren tegen de Engelsen te vechten, werd krijgsgevangen gemaakt en keerde terug op Java. DD behoorde tot de eerste voorstanders van de onafhankelijkheid van Indonesië. Met Soewardi Soerianingrat en Tjipto Mangoenkoesoemo richtte hij in 1912 de Indische Partij op, een op de onafhankelijkheid van Nederlands-Indië gerichte, multi-raciale partij. Om die reden werden zij in 1913 door het Nederlands-Indisch gouvernement verbannen naar Nederland. Hij keerde in 1918 naar Nederlands-Indië terug en richtte in Bandoeng een complex van particuliere scholen op. Na de Duitse inval in Nederland zond de Nederlandse regering hem, als staatsgevaarlijk, naar Suriname. In 1946 keerde hij terug, nam de inheemse naam Danudirdja Setiabuddhi aan en was lid van één van de kabinetten van de republiek Indonesië te Djokjakarta. Van hem verscheen Het boek van Siman den Javaan. Amersfoort 1908, dat DP in 1939 voor een herdruk bewerkte en waarvoor hij een inleiding schreef (Vw 7, p. 146-168). Door het uitbreken van de oorlog werd deze heruitgave verhinderd (zie Vw 7, p. 514). DP en DD hebben elkaar waarschijnlijk op 2 februari 1937 voor het eerst ontmoet. Behalve deze brief zijn verder geen brieven van DP aan DD gevonden. Zie voorts D.M.G. Koch, Batig slot, Figuren uit het oude Indië. Amsterdam 1960, p. 118-129; en J.H.W. Veenstra, Multatuli als lotgenoot van Du Perron. Utrecht 1979.
4630Niet in Bw TB-DP; gepubliceerd in Tirade 18 (1974) 193/194 (januari/februari), p. 116-117.
4631‘Onze Multatuli’. In De nieuwe kern 3 (1936-1937) 7 (april 1937), p. 218-222. Ook in J. de Kadt, Verkeerde voorkeur. Amsterdam 1948, p. 344-350.
4632‘Een uiterst objectief boek over den merkwaardigen Multatuli’. In De nieuwe gids 52 (1937) 4 (april), p. 361-372.
4633J.F. Otten, ‘Tijdschriften’. In de rubriek ‘Letterkunde’. In NRC van 12 mei 1937 (av.). Bespreking van M. ter Braak, Douwes Dekker en Multatuli, verschenen als schrift 4 (april) van DVB 14 (1937). Zie Vw 4, p. 352-386.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie