E. du Perron
aan
A.A.M. Stols

Parijs, 8 december 1935

Parijs, Zondag.

Beste Sander,

Dank voor brief en voorstellen. Er ligt hier een papier dat ik 2 paketten moet halen van de douane (bij de post), dat zal Fermina dus wel zijn. Ik dank je dus nu alvast voor die exemplaren.

De leiding van die detective-serie heeft geen zin als ik niet werkelijk ‘leid’,3988 en bovendien, daarvoor heb ik nu absoluut geen tijd. Wel wil ik, als er een goede detective-historie in komt, daar een voorrede voor schijven, als je dat zou willen. Ook die dialoog kan je krijgen,3989 maar waarvoor er een excerpt van te maken? Zooals ze is, is ze nog het beste, en ook het aardigste voor den lezer, geloof ik. Wil jij het excerpt (laten) maken, dan is het mij best, als ik het dan nog even te zien krijg.

Het idee om die oude boeken in de Kaleidoscoop3990 te geven, lijkt mij ook best, van hier gezien. Maar zal dat helpen? - Voor de bloemlezing van Jan is het beter alleen dàt stuk van Vestdijk te nemen dat over de poëzie van Jan zelf gaat. Het 1e stuk (de ‘inleiding’) is goed om alle koopers af te schrikken!

Die afrekening dus voor begin Februari.

Met beste groeten,

je E.

3988Stols had DP gevraagd de leiding te willen nemen van een serie ‘De detective club’, bedoeld voor ‘het publiek van den spoorwegboekhandel’. De eerste vier titels waren al door Stols gekozen.
3989‘Dialoog over het detective-verhaal’. In GN 31 (1933) 1 (januari), p. 61-75; en in De smalle mens. Amsterdam 1934, p. 66-79 (omgewerkt in ‘Het sprookje van de misdaad’. In Vw 6, p. 549-569).
3990Stols noemde Zeemans thuisvaart van D. Garnett, Jan Pietersz. Coen van Slauerhoff, DP's Een voorbereiding, Bij gebrek aan Ernst en Mikrochaos, en Guïraldez' Don Segundo Sombra.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie