E. du Perron
aan
W.A. Kramers

Brussel, 26 augustus 1930

Brussel, Dinsdag.

Beste Wynandius,

Vóór ik naar Gistoux ga, wil ik je even bedanken voor Rob Erkman, dien ik daar zeker op mij zal vinden, liggen, wachten, in alle omslag-glorie...

Heb je DGW. met artikel over Goris aan dien heer gezonden? Doe dat alsjeblieft. Hij moet er ook van genieten. Stuur maar af aan de Universiteit te Leuven; anders is hij, geloof ik, nog secretaris van den Burgemeester van Antwerpen.

Ten slotte iets ‘ernstigs’: zou je mij willen opzenden, zoodra het verschijnt (als het tenminste nog niet verschenen is)* de kritiek van Borel over Joeng Poe Tsjoeng en Lente-eiland van Slau.1220 Hij gaat daar natuurlijk over schoolmeesteren, wat het moment is om hem een publieke afstraffing te geven die hem heugen zal. Die oude zaadzak, die zoo verheven en deugdzaam doet, begint mij fameus op de zenuwen te werken, en ik meen dat jij ook eenige bezwaren tegen hem hebt.

Nu, tot het meest nabije nader.

Je E.

Vergeet vooral de Godenschemering niet, als je het werk terugvindt. Ik ben ééns zoo benieuwd geworden, nu ik merk dat Desmoulins er weer de hoofdpersoon van is. Oók typisch: altijd Danton of Desmoulins - nooit St. Just, het genie van de Revolutie.

*Als het je misschien ontsnapt is, of als je geen zekerheid hebt, bel dan even Pannekoek op om hem te vragen naar een dergelijk stuk.
1220Borel heeft daar in Het vaderland niet over geschreven.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie