Menno ter Braak
aan
E. du Perron

Den Haag, 11 november 1939

Den Haag, 11 Nov. '39

(Armistice Day, als ik het wel heb...)

Beste Eddy

Jouw brief heeft mijn alarmbrief gekruist. Vandaag zijn er geen speciale angstwekkende berichten (nog niet tenminste), maar er blijft een onheilspellende stemming hangen, en dus blijft ook het wachtwoord. Inmiddels kunnen wij toch niet beter doen dan in den ‘zenuwenoorlog’ de zenuwen zoolang mogelijk te negeeren; dus heb ik Bep's advertentie geplaatst voor hedenavond. Helman heeft vandaag in De Groene zijn wijsheidslicht nu ook over jou laten schijnen, en Engelman het zijne over Gomperts in De N. Eeuw; van beide heeren deugt niet veel, als ik het goed gelezen heb. Het doet me oprecht plezier, dat je Gomperts ook zoo positief waardeert! En dan moet je nog bedenken, dat hij zich hier nauwelijks voor een tiende manifesteert, terwijl personen als Jo Landheer en Clara Eggink waarschijnlijk door hun bundeltjes aan den hoogsten rand van hun wezen zijn gearriveerd. Dat ik over Claartje niet schreef, is overigens puur toeval. Je artikel over Ritter vond ik niet zoo geslaagd als andere in het B.N. Een beetje verbrokkeld en zonder den climax, die de inleidende ‘strofen’ doen verwachten. Maar wel amusant. Ik zal het den radiopriester doorzenden.

Van De Kadt kreeg ik ook een langen brief. Ik voel veel voor een samenkomst in Haarlem, bij voorkeur Vrijdag of Zaterdag volgende week (17, 18 Nov.), want in het begin van die week zit ik doorloopend vast. Ik zal hem in dien geest iets voorstellen. Blijkbaar is De Kadt zeer aangenaam gestreeld door het verkregen ‘contact’. Maar laten wij niet al te happig op zijn offertes ingaan! Heusch, hoezeer deze katten en tassen ook als politici te apprecieeren zijn, zij hebben een erg onaangename leiderstic; zie bijgaand uitknipseltje uit een polemiekje van De Kadt. Maar er zou misschien iets voor te zeggen zijn, als wij in hun blad De Nieuwe Kern gingen schrijven; dat is au fond toch zooiets als Kritiek en Opbouw, en zou veel gevarieerder kunnen worden door wat ‘sacerdotale’ toevoegsels. De vraag is alleen, of De Kadt en Tas als vertegenwoordigers van het ‘Regnum’ en wij als dito van het ‘Sacerdotium’ niet spoedig ruzie zouden krijgen, aangezien de ‘reges’ zich er niet van bewust zijn, dat zij aanvulling van ‘sacerdotes’ noodig hebben. Zij zien, als echte politici, natuurlijk de reclame, die in deze intellectueelen steekt. Mijn voorbehouden zijn dus zuiver practisch; in theorie zijn deze politici inderdaad de eenigen, waarmee wij kunnen samengaan, en zelfs moeten samengaan, voorzoover doenlijk.

Brugmans belde mij op, en zal binnenkort verschijnen voor een bespreking. Hoe kwam Van Leeuwen in Bergen?? Ja, hij is heel geschikt, maar voor zijn intelligentie geef ik weinig; hij zou misschien intelligenter kunnen zijn dan hij is, als hij op zijn officieuze gevoelens durfde vertrouwen; maar dat is hem veel te min, hij overziet alles, roomsch en onroomsch.

Hart. gr. 2 × 2 je

M.

Jullie kunt natuurlijk van 20 tot 22 Nov. hier logeeren, als er geen geëvacueerde menschen op komen dagen voor dien tijd. Maar dan zullen alle plannen wel veranderen.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie