Menno ter Braak
aan
E. du Perron

Den Haag, 17 juli 1939

Den Haag, 17 Juli '39

B.E.

Dank voor je brief van 6 dezer. Wat de practijk van jullie aankomst betreft: wij gaan ± 3 Sept. met vacantie, voor drie weken. Als jullie ± 12 Sept. in het land komt, treft dat helaas niet best; te veranderen is het niet meer, aangezien er op de krant bij de vacantie verdeeling al rekening mee is gehouden. Nu weten wij overigens nog absoluut niet, wat we zullen doen, aangezien alles van de internationale situatie afhangt. Komt er oorlog om Danzig, dan vervalt iedere mogelijkheid van buitenlandsch verblijf, met wat er nog meer vervalt en valt. Dan wordt echter alles onzeker, ook jullie aankomst. Komt er geen oorlog voor October (wat ik altijd nog voor een beetje waarschijnlijker houd, bij alle twijfel), dan zouden wij hetzij in Kopenhagen, hetzij in Londen kunnen zitten voor een week; maar ook als we binnenslands zouden blijven wegens ‘dreigingen’, dan zouden wij toch het huis sluiten, omdat ik er graag heelemaal uit ben in vacantiedagen. Het veiligst lijkt me dus, als jullie eerst een weekje naar Amsterdam gaat; na 24 Sept. zijn wij in ieder geval weer in Den Haag en als er niets bijzonders gebeurt, is de logeerkamer dan vrij. Mocht er in onze plannen nog verandering komen, dan hoop ik je dat nog tijdig te kunnen berichten. Het is wel rot, dat ik nu juist in Sept. vacantie neem, wat ik nooit gedaan heb; maar ik kan niet eerder weg door die vertaling van Rauschning, die me erg dwars zit. Maar als we binnenslands zijn, hopen wij aan trein of boot te komen!

Het ‘dreigen’ van den oorlog beheerscht hier alle plannen. Het gekke is, dat je er aan went; dit als ‘spanning’ te voelen houdt geen mensch uit, vooral omdat niemand weet, wat Hitler eigenlijk doen zal, als hem de pen werkelijk eens op den neus wordt gezet. Vroeg of laat zal er toch iets moeten gebeuren om dit fatale individu te onttronen. Ik heb helaas zoo’n idee, dat hij nog lang niet aan zijn eind is.

Het oordeel over De Nieuwe Elite is in verschillende monden verschillend. Ik zelf voel het wel degelijk als een ‘stap’ (vooruit? achteruit? in ieder geval een stap). De subtiliteit kan echter in den vorm bestaan, maar wat den inhoud betreft, ben ik nu nog met deze dingen voortdurend bezig. Misschien leent het probleem zich veel beter voor een roman, waarin de diverse standpunten door menschen van verschillend slag gerepresenteerd worden. Ik zie die menschen voor me, maar ik zou, om aan die roman te kunnen beginnen, drie maanden rust en stilte moeten hebben. En bestaat zooiets nog? Zou Jan dat in Afrika vinden, waar hij ook op de noodige racisten zal stuiten, en ook niet van de verkwikkelijkste soort? Wij zouden het volgend jaar graag ook eens een half jaar in die buurt gaan wonen, maar hoe dat economisch te doen zou zijn, weet ik niet.

Misschien zul je dezer dagen een brief krijgen van Gerard v. Eckeren (tusschen haakjes een alleraardigste man, 100 % honnête homme en vol belangstelling). Hij maakt n.l. een serie ‘Uren met…’ voor de Hollandia Drukkerij (die dat vroeger ook al eens heeft gedaan) en ik heb hem aangeraden jou te vragen voor een ‘Uren met Stendhal’ of zooiets. (10 vel vertaling en 2 vel inleiding) Het moet voor jou een peulschilletje zijn om zooiets te maken en het levert f200 op, wat niet heel veel is, maar toch iets. Jan doet hierin ‘Fransche moralisten’, ik zelf heb hem (op lange termijn) Nietzsche toegezegd. Niet, dat ik dol ben op zulke uitgaven, maar ik wil wel eens de goede dingen van Nietzsche vertalen, om die eeuwige Zarathustra-citaten wat concurrentie aan te doen. Mocht hij je dus schrijven, dan weet je ervan. Houdt dezen man in eere, het is een bijzondere fijne geest, die niets van den litterator heeft.

Er is nog allerlei ‘nasleep’ van mijn ruzie met Het Vad. Zoo heeft De Lang Fredje Batten als abonné geweigerd, omdat hij zich per brief in krasse termen over zijn intriges had uitgelaten! Overigens is dit heerschap (ik bedoel De Lang) zeer koest geworden, zoolang als het duurt. Dat jij weer aan het Bat. Nwsbl bent ‘hersteld’, zal de heeren Colmjon & Verbraeck ontstemmen, die al aan het juichen waren, dat Vestdijk en ik en jij waren opgeruimd. Ook ik heb hen ontnuchterd, aangezien ‘mijn gezichtskring te beperkt is gebleken’; Vestdijk is heelemaal niets. Deze rancuneuze wezens zijn overigens niet meer in aanzien, naar ik merk.

Houd ons zoo mogelijk op de hoogte van jullie plannen!

Veel hartelijks van

je Menno

Ik las met erg veel plezier Mark Rutherford, die je mij zond. Hij schijnt geleden te hebben aan dezelfde ‘psychische’ symptomen als ik, althans er komt een klassieke beschrijving van die sensaties in voor.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: particuliere collectie

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie