E. du Perron
aan
Menno ter Braak

1 november 1936

1 November '36

Beste Menno,

Gisteren waren we in Colombo. Niet onaardig, hoewel troosteloos bij het idee dat je daar zou kunnen leven. Met de menschen hier aan boord gaat het goed en slecht, d.w.z. er is eigenlijk niets veranderd, maar we hebben tegelijk meer ‘gewoonte’ om met ze om te gaan (met ze om te springen is wschl. beter) èn we zijn iederen dag meer beu van ze. Zoo'n zeereis zou aardig zijn als je met je eigen soort was, of alleen; anders is het gewoon de verhouding van een familiepension waarin alle gasten te veel vrije tijd hebben. Een haven geeft dan wel uitkomst, maar dat duurt zoo kort (en kost zooveel!). Doordat we in Colombo een hoop ijzer gelost hebben, zijn we nu flink aan het dansen, zoodat èn Bep èn ik weer een graadje méér last hebben van onze gerefouleerde zeeziekigheid. - Overmorgen zijn we in Penang. Vanavond schijnt er daarom weer een feestje te moeten zijn, en dat is wel het ergste van de heele bedoening. Als dàt ons tenminste bespaard werd!

Ik heb hier aan boord, op raad van Vestdijk, Gekken gelezen van Van Looy (zéér duur gekocht, godbetert!) en het is me een raadsel hoe iemand zooiets goed kan vinden. Het gaat om een zeer knullige ontmoeting, in Tanger, tusschen een jong hollandsch schilder (wschl. V. Looy zelf) en een totaal onbeduidende internationale raté, die levenswijsheden ten beste geeft, in slecht fransch, van den kouden grond. Het geheel hoogst onaangenaam weergegeven in getemperde Arij-Prins-stijl. Het zou Klooien moeten heeten, Klooyen, in de spelling van dien glorieuzen tijd.

Je kan mij heel veel plezier doen met Van de koele meren des Doods in de oude uitgave (nièt de W.B.). Ik zag een ex. in je rommelkamer, maar je bent misschien daarop gesteld. In dat geval, wil je Henri Mayer dan vragen een ex. voor me op te sporen (2e handsch). Gek, ik heb den heelen tijd lust dit boek te (her)lezen, sinds ik het bij jou inkeek, en de zeereis heeft dien lust niet doen verwaaien, dus ‘God helpe mij enz.’

Nog volle 8 dagen, goddôme, voor we er zijn! Veel hartelijks 2 × 2: Bep leest Vicky Baum van de narigheid, maar bemint jullie toch zeer; ik ook.

Uit Indië beter!

Je

E.

P.S. - Ik zou je over Colombo meer verteld hebben, als ik niet net notities gemaakt had voor de een of andere nabetrachting over deze reis. En 2 keer hierover is me te machtig! Vooral met een deensche lunch in 't vooruitzicht.

P.P.S. - Denk erom, als je boeken naar Indië zendt, altijd aangeteekend.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie