Menno ter Braak
aan
E. du Perron

Den Haag, 25 februari 1935

Den Haag, 25 Febr. '35

Beste Eddy

Met je nadere toelichting over Nietzsche-Hitler-Marsman kan ik het nog altijd niet eens zijn; deze quaestie heeft voorloopig voor mij een andere nuance, die de jouwe niet dekt blijkbaar. Wij moeten dat toch eens tot den bodem uitpraten, in Parijs hoop ik.

Ik zou bijzonder graag met Guéhenno kennis maken. Als hij dus in den Haag kan komen, zal ik in ieder geval alle beschikbare tijd voor hem vrijmaken. Wat je over hem vertelt, versterkt nog mijn sympathie door het boek gewekt. Klausje vind ik na deze declaratie aan Malraux heel onaangenaam als menschelijk wezen; want hij heeft mij met de hand op het hart verzekerd, dat hij mij in veel opzichten gelijk gaf en allerlei andere symphatieke zaken meer. Enfin, het zou ook wel wonder zijn, als het hem niets gedaan had, gegeven zijn typische litteratenmentaliteit. Iets dergelijks schijnt ook onzen Dirk te bezielen. Ik ontving geen recensieexemplaar van zijn laatste bloemlezing, Het Kind in de Poëzie, en belde vanmorgen zijn uitgever van Tricht op, deze zei mij, dat hij zich met Coster erover verstaan had, mij geen recensie exemplaar te sturen voor Het Vaderland ‘omdat hij toch vooruit wist, dat ik het boek zou kraken’. Hij was heel vuil in domineesstijl; maar toen ik hem zei, dat ik dan het boek zou koopen en deze houding van Coster-van Loghem Slaterus natuurlijk in een noot publiek zou maken, was het opeens: ‘Eigenlijk overvalt u mij in een aarzeling!’ Resultaat, dat het boek mij p.o. wordt toegezonden. Coster begint blijkbaar de geestelijke wapenen onvoldoende te achten en zijn toevlucht te nemen tot ‘zaalafdrijving’.

Voor het ‘Bond van Kunstenaars’-zoodje heb ik gepast. Maar nu schijnt er ‘op breede basis’ een soort vereeniging in de maak te zijn van intellectueelen tegen het fascisme; althans ik had een gesprek met B. de Ligt [een heel levende man, sluw, agitator tot in de oogen, intelligent afgezien van domineescomplexen], den anarchist (die zelf achter de schermen zal blijven, vanwege zijn naam en gevangenisstraf), die mij vele ‘groote’ namen noemde en mij ook vroeg jou en Greshoff voor die vereeniging aan te werven. De oprichting zal 17 Maart plaats hebben. Ik heb zelf al toegezegd en hoop, dat jij ook meedoet. Natuurlijk ga ik op die vergadering (in A'dam) eerst poolshoogte nemen. De opzet lijkt heel handig: verdediging van de grondwet tegen de fascistische corrumpeering daarvan (geval Laren etc.).

Wat Vic betreft; ik vind zijn houding niet veel minder lullig dan jij, maar hij mist blijkbaar absoluut de ruggegraat om zich in de journalistiek een ‘menschwaardig bestaan’ te scheppen. Het mergelt hem uit, schijnt het, en ik vind het, gegeven deze situatie, toch aardig van hem, dat hij geen comedie speelt over die slapheid.

Ik heb De Pantserkrant een nieuw slot gegeven: de Fortinbras der wapenindustrie bekt Peters uit als dilettant van den kleinhandel. Het lijkt me nu driemaal beter! Bep had groot gelijk, wat de edele Mary betreft!

Lucullers W. is nog steeds geschorst. Over zijn lot moet binnenkort door ‘het concern’ worden beslist. Hij schijnt persmanager van diverse bioscopen te zijn geweest, waarop hij critiek leverde.

Hart. gr. voor jullie beiden, in haast, want ik moet naar de stad. Antwoord even op kwestie de Ligt. je

Menno.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie