E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Le Roselier, [17 oktober 1933]

Le Roselier, 17 October

Dinsdag.

Beste Menno,

Het is hier reusachtig stil en ook nogal koud. (Het hotel is niet verwarmd, nog niet tenminste.) Door al het geroezemoes van de laatste dagen: reis naar Brussel, ontmoetingen met T.V., verhuisdrukte, reis naar St. Brieuc en 1½ dag omgang met Louis Guilloux - opeens gevolgd door deze absolute stilte, voel ik mij vaag en leeg. Ik weet niet meer wat ik schrijven moet en waarom ik schrijven zou; als ik opeens in de Zuidpool zat, zou dit gevoel niet sterker kunnen zijn. Een reis naar Italië of de Côte d'Azur is totaal iets anders, dit is een sfeer waaraan ik mij heelemaal eerst wennen moet. Het is hier eigenlijk alleen ideaal als rustoord: men zou moeten wandelen - langs de zee - of slapen, en boekjes lezen, wat dan ook. Je zou hier een detectieveboek met evenveel geloof en respect kunnen lezen als Nietzsche, als je je niet eerst vult met iets anders dan het landschap. - Bij dit alles komt misschien nog dat ik flink suf ben door tekort aan slaap.

Bep daarentegen, die er erg slecht uitzag, is na één nacht in dit hotel uiterlijk geheel opgeknapt; zij is verrukt van de zee, die hier werkelijk erg mooi is, vol verschillende kleurschakeringen, en denkt wat behoorlijks te kunnen schrijven, buiten de journalistiek om, voor Forum. Onze omgeving bestaat uit een paar boerewoningen en een vuurtoren, die zoowat een kwartier gaans van hier staat; St. Brieuc is meer dan een uur loopen, en andere verbindingen bestaan bijna niet. We zitten dus werkelijk geïsoleerd. Als ik in deze omstandigheden niet tot werken kom, gaan we na 1 maand weer weg, inpl. van ± 2 mnd. hier te blijven, zooals ons plan was.

Ik wacht nu op de proeven, maar deze buitenpost moet vertraging geven! Er komt hier maar één post per dag, en alles komt hier 1 dag later dan in St. Brieuc.

Ik heb Stols geschreven om je de 3 dln. Cahiers v/e Lezer te sturen. Je kunt mij een reuzedienst bewijzen door nu alles te lezen, en mij aan te geven (met potlood op zij) wat weg kan. Ik wou dat je alleen behield wat je van belang lijkt, hetzij op zichzelf, hetzij als uiting van mij - en alles schrapte wat ‘journalistiek’ is of ‘literatuur’. Als er in een rotstuk één aardige zin of alinea staat, dan die behouden; als er in een goed stuk een alinea staat van geen beteekenis, dan weg ermee.

Wil je dit voor me doen en me dan de boekjes hierheen zenden? Het is voor mij van veel belang, met het oog op de samenstelling van De Smalle Mensch. (Ik heb daarin bv. het heele stuk over de Bosis etc. verscheurd, als alleen maar aardige ‘literatuurpolitiek’, bijna ‘journalistiek’.) - Bij voorbaat veel dank.

Ik vond het erg prettig je in Brussel gesproken te hebben, al waren wij niet lang samen. - Als je nog hier wilt komen: het hotel is charmant, het eten uitstekend, de pensionprijs is fl. 2.50 per dag (en per persoon). De reis is 6 uur van Parijs tot St. Brieuc, vandaar met een taxi hierheen, 1 kwartier. Of trekt St. Br. zelf je niet aan? Dat is een stadje, met een heerlijke omgeving.

Hart. groeten, ook van Bep en aan Ant, en schrijf gauw een lange brief.

Je

E.

Zend mij ook Angst hierheen. Heb je Dwinger ontvangen? Vertel mij van allerlei. Schrijf vooral ook als Stols je de Cahiers niet zendt!

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie