E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Bellevue, [25 september 1933]

Bellevue, 25 Sept.

Beste Menno,

Hierbij een briefkaart van Jan. Maurice schijnt de streberigste smeerlap te zijn en van de Voorde van een alles omverwerpende stank. Misschien heeft hij gelijk, après tout, en kunnen wij - wat tenslotte mijn standpunt was - terwille van het voortbestaan van ons Hollandsch Forum, de Vlaamsche aanhang niet negeeren.

Als dit je gevoelen ook is, en als de twee redacties zich in werkelijkheid dus tóch bemoeien met elkaar, dan ben ik ook radicaal voor opdoeken.

Toch wil ik Maurice niet zoo zwart zien als de fulmineerende Jan, en geloof ik dat hij zelf Urbaan er niet bij haalt omdat hij zooveel voor hem voelt, maar omdat diè man de voor Zijlstra onmisbare abonnés aanbrengt.

Enfin, gegeven de razernij van Jan, en dit is de 2e maal, geloof ik nu ook dat we de boel maar als Van Speyck moeten behandelen.

Hartelijk je

E.

P.S. Ik heb Jan ook geschreven dat als hij Maurice eigenlijk zóo'n rotkanes vindt, hij verder toch maar niet ‘au mieux’ met hem moet zijn. Hij verwijt mij dat ik mijn vrienden ‘afzweer’ (als toen bij de ruzie met Slau over Borel en nu met Vic), hij ‘houdt ze aan’ op deze manier!

Dank voor je stuk over Spengler dat ik gisteren terugzond. Je zal wel gelijk hebben, maar deze houding is mij toch - ook na jouw stuk erover - grondig antipathiek, en het ‘Rijksweerideaal’ van het platste soort. Als dit Nietzscheaansch is, dan op z'n beroerdst!

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie